uitzetten

uitzetten
{{uitzetten}}{{/term}}
I 〈overgankelijk werkwoord〉
[buiten iets zetten] expulser
[uitspreiden] tendre
[verspreid zetten] disposer
[op interest zetten] placer
[buiten werking stellen] arrêter
[uitmeten, aftekenen] tracer
voorbeelden:
1   de sloepen uitzetten mettre les chaloupes à la mer
     ongewenste vreemdelingen uitzetten expulser des étrangers indésirables
2   de pauw zet zijn staart uit le paon fait la roue
     de zeilen uitzetten mettre les voiles
3   schildwachten uitzetten poster des sentinelles
5   het gas uitzetten couper le gaz
II 〈onovergankelijk werkwoord〉
[in volume toenemen] se dilater
voorbeelden:
1   haar buik begint uit te zetten son ventre commence à s'arrondir
     uitzettende kracht force expansive
     door warmte zetten de meeste stoffen uit la plupart des corps se dilatent sous l'effet de la chaleur
III 〈wederkerend werkwoord; zich uitzetten〉
[in omvang toenemen] se dilater

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Нужен реферат?

Regardez d'autres dictionnaires:

  • Zuber — 1. Man muss die Zuber aussetzen, wenn es regnet. Holl.: Men moet zijne tobben (kuipen) uitzetten, terwyl het regent. (Harrebomée, II, 336a.) *2. Ich nehme keinen Zuber, könnt ich ihn (sie) mit einem Löffel ersäufen …   Deutsches Sprichwörter-Lexikon

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”